Bep Auerhaan was 15 jaar oud toen in 1930 een van haar eerste gedichten geplaatst werd in het Algemeen Handelsblad. Ze was de dochter van Samuel (Sem) Auerhaan (Londen, 16 mei 1874) en Anna Baggers (Amsterdam, 6 juli 1882).
Sem en Anna kregen de volgende kinderen:
Maurits (Amsterdam, 11 september 1906 – 2 februari 1907),
Rosalina Rebecca (Amsterdam, 27 juli 1908 – Auschwitz, 11 februari 1944)
Maurits (Amsterdam, 21 augustus 1910)
Rebecca (Amsterdam, 16 mei 1914)
Alexander (Amsterdam, 28 december 1918 – Midden Europa, 31 juli 1944).
Het gezin Auerhaan woonde op de Swammerdamstraat 40-1 en verhuisde in 1935 naar de Weesperzijde 20. Ten tijde van de 2e Wereldoorlog woonden ze op de Roerstraat 6.
Sem, Anna, en Maurits overleefden de oorlog in Nederland.
EEN DOKTERSVISITE.
Jantje Verschuur is de bengel op school;
Haantje de Voorste bij pretjes en jool.
Komt elken morgen te laat in de klas,
En vertelt dan gewoon, dat de brug open was,
Jan bezorgt zijn vader, dokter Verschuur
Menigen keer een ongerust uur.
Eens zei onze Jan: (hij was toen zitten gebleven)
„Paps u boft; dit jaar hoeft u geen nieuwe boeken te geven”.
Een ander keer vroeg zijn onderwijzer, mijnheer van der Glas,
(Jan maakte het nu wel wat al te kras),
Of Jantjes papa, dokter Verschuur,
Hem een visite wou komen brengen, voor negen uur.
Jan zei toen: „Dat zou ik maar niet doen mijnheer,
Want pa rekent voor ’n visite vijf gulden per keer!”
BEP AUERHAAN (15 j).
Naast gedichten schreef Bep ook verhaaltjes, twee jaar eerder stond dit verhaal in het Algemeen Handelsblad:
EEN BRUTALE HOND
WIJ hebben thuis een aardigen hond, die zooals we een dezer dagen bemerkten veel van chocolade houdt. Mijn broertje had ’s avonds zijn schoen voor den haard gezet, in de hoop dat de goede Sint hem niet zou vergeten.
Toen hij ’s morgens opstond ging hij vlug kijken maar hij vond niets. Daar hij de dagen van te voren goed opgepast had, begreep hij niet waarom St. Nicolaas niet bij hem gereden had. Hij ging daarom naar moeder en vroeg haar of zij er misschien iets van begreep. Moeder zei dat ze den Sint had hooren zeggen: „Piet, stop in Lex’ schoen een tol van chocolade.” Piet had het gedaan en was vertrokken. Lex moest dus wel niet goed gekeken hebben. Een tol werd er echter niet gevonden totdat Lex er een overblijfsel van vond in den mand van den hond. De hond had gedacht dat de chocola voor hem was!
BEP AUERHAAN, Swammerdamstraat 40, Amsterdam
In datzelfde jaar verscheen dit gedicht van Bep:
Muizenpret gestoord.
Er was groot feest,
in den kelder geweest.
Wat hadden die muisjes gehad een pret
’t Was alles even keurig en net
Op de bruiloft van Langstaart en Spitsje
Er werd gedanst, gezongen en gesprongen.
Er werd ook vooral veel gegeten
leder kreeg een half kopje chocola want dat werd vooral niet vergeten.
Maar plots werd het feest stopgezet
En allen vluchten treurig onder ’t oude bed.
t Bruidje trilde en was nog nooit zoo bleek
en dat alles was alleen omdat poes naar hen keek.
BEP AUERHAAN. Amsterdam, Swammerdamstraat 40.
Bep trouwde op 2 november 1938 met Mozes Polak en woonde toen op de Uithoornstraat 36-1. Een jaar later, op 28 september 1939, emigreerden Bep en Mozes naar Port Darwin in Australië.
bron:
algemeen handelsblad, 25 feb 1930, een doktersvisite
ibidem, 16 okt 1928, Muizenpret gestoord
ibidem, 1 dec 1928, een brutale hond
Nieuw Israëlietisch Weekblad, 3 jan 1919, familiebericht
stadsarchief Amsterdam, persoonskaart Rebecca Auerhaan
illustratie
geboorteadvertentie Alexander Auerhaan, Nieuw Israëlietisch Weekblad, 3 jan 1919.
Laatste aanpassing:
22 september 2019