Het belangrijkste complex aan deze straat is Asterdorp. Dit dorp werd gevestigd in het industriegebied in Buiksloterham tussen de Asterweg en de Distelweg. Voornamelijk arme gezinnen uit de Jordaan kwamen in Asterdorp wonen, waaronder veel dagloners met grote gezinnen. Er werd getracht hen ‘beschaafder’ te maken waardoor ze uit hun positie zouden groeien. Maar van het ‘heropvoeden’ kwam weinig terecht. In werkelijkheid veranderde Asterdorp weinig aan het toekomstperspectief van deze gezinnen. Daarentegen kregen de bewoners wel een levenslang stigma. Als ze vertelden dat ze in Asterdorp woonden, kregen ze geen werk. En als ze nog werk hadden, werden ze ontslagen. Ondanks de idealistische start mislukte het experiment volledig. De laatste oorspronkelijke Asterdorper vertrok in 1942.
Na het bombardement op Rotterdam van 14 mei 1940 werden er veel dakloos geworden Rotterdammers in het dorp gevestigd, gevolgd door, vanaf 1941, Joden. Het complex was aan Asterweg 10 gevestigd en bestond uit straten als de Blauwe Distelweg, de Edelweisstraat en de Fuchsiastraat.
Asterweg 10
Asterdorp, in de volksmond Schoremstad, werd in 1927 gebouwd naar het idee van Arie Keppler, directeur van de gemeentelijke woningdienst. Het was een wooncomplex voor “ontoelaatbaren” , waarmee men asociale gezinnen bedoelde. Er stonden 132 woningen. Het complex was ommuurd en had in eerste instantie één poort. Een tweede toegang werd in 1932 gemaakt, na protesten van de bewoners die zich opgesloten voelden, en toen kregen de straatjes ook namen en de woningen huisnummers.
Na 1941 was Asterdorp de facto het vierde Joodse getto van Amsterdam. In december 2015 werd Asterdorp door de Duitse regering als zodanig erkend.
Begin 1942 werd Asterdorp door de Duitsers in gebruik genomen en gebruikt om ten eerste de stateloze Joden (die stateloos waren geworden door de maatregelen in hun -bezette/geannexeerde- vaderland) uit Duitsland (152), Polen (11) en Oostenrijk (8) onder te brengen. Zij waren eerst in Hilversum, Naarden en Bussum gehuisvest geweest. Nadat zij uit Asterdorp waren weggevoerd (naar de kampen) kwam er plek voor zo’n 150 Joden uit Amsterdam (voornamelijk uit de Rivierenbuurt) en Joden uit plaatsen als Utrecht, Den Haag, Nijkerk en Zwolle, die uiteindelijk of naar Westerbork werden weggevoerd, of, en dit betreft een derde tot de helft van hen, onderdoken.
Uit deze periode stamt de bijnaam “Klein Westerbork” voor dit complex. Dit “vierde getto” van Amsterdam werd begin juni 1943 grotendeels ontruimd en de daarna nog overgebleven bewoners werden naar de Transvaalbuurt overgebracht. Asterdorp werd in 1955 afgebroken. Alleen het poortgebouw staat er nog.
Films
Filmmaker Saskia van den Heuvel maakte in 2015 twee films over over dit dorp. In het kader van deze film heeft ze twee jaar research gepleegd en daardoor overlevenden die over de hele wereld wonen opgespoord.
Eén van hen is Loes Fransman (79). Zij woonde er gedurende enkele maanden in 1943. Haar verhaal schetst hoe het overplaatsen naar het dorp verliep. De familie Fransman woonde in een ruime woning in de Rivierenbuurt. Haar vader had een goede baan, chef-etaleur bij de HEMA en het gezin kon goed in het onderhoud voorzien.
Ze moesten verhuizen. Verhuizer Puls, het bedrijf dat de woningen van gedeporteerde Joden leeghaalde, haalde het gezin op met maar enkele meubels. De woning in Asterdorp was zeer klein, in een kleine buurt met vooral muren. Loes had het nog spannend gevonden toen ze naast de chauffeur mocht zitten tijdens de verhuizing, later herinnerde zich vooral hoe bang ze in Asterdorp was. Een tweede gedwongen verhuizing wachtte het gezin Fransman niet af, ze gingen in onderduik. De zus van Loes werd verraden en moest als enige van het gezin op transport.
Asterweg 21-23 – Magneet Rijwielen
Van 1921 tot 1923 stond hier de fabriek van Magneet Rijwielen.
Blauwe Distelweg 94 – Joodsche school 15
De Joodse school nummer 15, gevestigd aan de Floraweg, verhuisde na de wintervakantie van 1942 vanaf de Laanweg naar de Blauwe Distelweg 94, en werd gevestigd in de bovenverdieping van het poortgebouw.
Henri Alter (Den Haag, 11 juli 1899 – Sobibor, 2 juli 1943) werd aangesteld als de leidinggevende voor deze school. Hij was geen onderwijzer, werd niet betaald, maar had wel de zorg over een kleine groep leerlingen. In januari 1943 begon hij met 22 kinderen. In het voorjaar van 1943 waren er nog 14 kinderen over, na de twee grote razzia’s van mei 1943 stond het schooltje leeg.
Zes van deze kinderen waren afkomstig uit het gezin van Levie de Lange, Dit waren Abraham, Naatje, Judith, Dora, Reina en Samuel. Arnold, Ronald en Ellen Israël zaten ook op deze school en kwamen uit Tuindorp Oostzaan. Carla en Hendrika Gobitz kwamen hier ook uit deze plaats.
Edelweisstraat 125 – Betsie Groen – van Straten
Betsie Groen – Van Straten (Amsterdam, 12 juli 1907) werd voor het laatst gezien in Theresienstadt, waar ze rond 15 oktober 1944 vertrok. In augustus 1945 plaatste M. Groen een oproep voor haar.
Betsie was een van de mensen die verplicht naar Asterdorp werd verhuisd. Ze woonde met haar man Meijer Groen (Amsterdam, – Ramat Hasharon,
Bron:
stadsarchief Amsterdam,
www.communityjoodsmonument.nl, lemma Asterdorp (geraadpleegd 30 maart 2015)
www.eenkleineheldendaad.nl, school Blauwe Distelweg
met dank aan Saskia van den Heuvel voor de aanvullingen/verbeteringen van dec 2015
Pen, Hanneloes, Van schoremstad tot Joods getto in Het Parool, 12 dec 2015
met dank aan T. Bergman.
Betsie Groen – van Straten, kaart Joodsche Raad via Arolsen Archives, 130297327 – Betsie GROEN VAN STRATEN.
Meyer Groen, kaart Joodsche Raad via Arolsen Archives, 130297570 – Meyer GROEN.
Betsie van Straten, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 788.
Illustratie:
foto rechts: Marieke van Wamel
gepubliceerd:
12 december 2015
Laatste aanpassing:
23 maart 2024