Aron Arthur Isaac

isaacarthur
Arthur Isaac, Directeur NV de Bijenkorf, foto, Internationaal Persfoto Bureau N.V. Collectie Stadsarchief Amsterdam: foto-afdrukken, 1928. OSIM00006003459

Aron Arthur Isaac werd in Eijsden geboren op 3 juni 1866 en overleed in Zürich op 6 juni 1932. Hij liet zijn sporen achter in Amsterdam door het laten bouwen van het gebouw van de Bijenkorf op de Dam.

Isaac werd geboren in het gezin van Israël Isidore Isaac (Eijsden, 1827-1902) en Catharina Keiser (Eindhoven, 1837 – Rotterdam, 17 september 1902). In 1895 trouwde hij met Ella Goudsmit (Amsterdam, 1874 – Amsterdam, 8 november 1955).
Ella was de dochter van Simon Philip Goudsmit, die op de Nieuwendijk in Amsterdam begonnen was met een fourniturenwinkeltje, dat zou uitgroeien tot de eerste Bijenkorf. Op 11 oktober 1896 kreeg het echtpaar in Amsterdam hun eerst kind, Nelly, gevolgd door Siegfried Arthur (Frits) op 8 juli 1900, en Hugo in 1910.

Voordat Arthur naar Amsterdam kwam was hij handelsreiziger voor een Duitse firma. In 1889 overleed Simon Philip Goudsmit en hij had vier dochters en één zoon, Alfred. Alfred was nog maar twee jaar oud en kon hem niet opvolgen. Arthur was de neef van Simon en hij werd gevraagd om in het bedrijf te komen helpen. Arthur bouwde samen met de weduwe van Simon verder aan de zaak en in 1895 trouwde bij met dochter Ella waardoor de weduwe van Simon zijn schoonmoeder werd.

De zaak aan de Nieuwendijk nam een vlucht. Arthur slaagde erin om aangrenzende panden te verwerven en kon op die manier De Bijenkorf uitbreiden. In december 1907 bestond de zaak uit Nieuwendijk 126-132, 144 en 162.
In 1907 had de zaak 530 m2 verkoopoppervlakte, 14 afdelingen en 87 personeelsleden. 45 van hen waren werkzaam in de verkoop. In Joodse periodieken werden nieuwe personeelsleden gezocht en de zaak was op Jom Kippoer gesloten, de Bijenkorf was daarmee een echt Joodse zaak. Het sluiten voor de Joodse feestdagen veranderde wel in de loop der jaren. Werd de zaak in 1896 nog gesloten voor pesach, sjavoe’ot, rosj hasjana en Jom Kippoer, van 1911 – 1934 werden er alleen nog aankondigingen gevonden die Jom Kippoer betroffen. Na 1934, twee jaar na het overlijden van Isaac, werden er geen aankondigingen gevonden een winkelsluiting op Joodse feestdagen betrof.

1924

Hoewel de zaak aan de Nieuwendijk goed draaide was de plek in verschillende panden, waarvan een aantal niet aan elkaar grensden, niet ideaal en toen het terrein van de oude Beurs van Zocher aan het Damrak vrijkwam liet Arthur in 1910 zijn oog daarop vallen.
Op 22 juni 1910 werd door de firmanten van de firma S P Goudsmit een naamloze vennootschap opgericht voor de aankoop van dit terrein. Arthur Isaac en de weduwe Goudsmit stelden zich persoonlijk borg voor een bedrag van ƒ 640.000,-

In 1912 was De Bijenkorf aan de Dam een feit. Het werd een groot bedrijf met in de eerste decennia een grotendeels Joods personeelsbestand. Arthur Isaac overleed in Zürich in 1932 en liet een goed draaiend bedrijf achter.

Op 1 mei 1940 waren er over de verschillende vestigingen 3302 personeelsleden, waarvan toen 704 Joods en van het dochterconcern de Hema waren er 2036 personeelsleden waarvan 298 Joods. Op 1 mei 1945 had De Bijenkorf 2070 personeelsleden, waarvan 0 Joods en de Hema 735 personeelsleden en eveneens 0 Joods
Een paar maanden later, op 1 december, waren er bij de Bijenkorf 97 Joodse medewerkers en bij de Hema 30. Een deel van het personeel was tijdens de oorlog Nederland ontvlucht en overleefde zo de naziterreur. Ruim 700 Joodse medewerkers konden niet wegkomen en werden vermoord door de nazi’s.

bron:
Snijders, R. A. De Bijenkorf op www.joodsamsterdam.nl
genealogie op www.geni.com
stadsarchief Amsterdam, overzicht Archief van de Koninklijke Bijenkorf Beheer NV

Illustratie
“Advertentie”. “Het volk : dagblad voor de arbeiderspartij”. Amsterdam, 07-10-1924. Geraadpleegd op Delpher op 26-01-2019.

laatst bijgewerkt:
26 september 2019