Anne Frank was gek op haar kat, Moortje. Op 12 juli 1942 schrijft ze over Moortje in het dagboek: “Dan spreken ze wel eens over Moortje en dat kan ik helemaal niet hebben, want het is vooral mijn zachte en zwakke punt. Moortje mis ik op elk moment van de dag en niemand weet hoeveel ik aan haar denk, altijd als ik denk krijg ik tranen in mijn ogen ervan“.
Wanneer Anne in de onderduik gaat, kan Moortje niet mee. Volgens het verhaal is er een briefje achtergelaten voor de onderhuurder Goldschmidt, met het verzoek de kat naar de buren te brengen. Een verhaal dat bevestigd wordt door haar vriendinnen Hanneli Goslar en Jacqueline van Maarsen.
De feiten liggen wellicht toch iets anders. Op 6 juli 1942 gaat het gezin in onderduik. De kat gaat naar de buren en dat blijkt het gezin Kupers te zijn. Dochter Toos Kupers is een vriendin van Anne, in het Anne Frankhuis staat een serviesje dat ooit door Anne aan haar geschonken werd.
Toos Kupers heeft het er lang niet over, maar in 2009 vertelt ze haar verhaal aan medewerkers van het Anne Frankhuis. Toos stelt dat Anne een week of twee voordat ze in onderduik ging met de poes voor de deur stond en hem kwam brengen. En toen de poes mocht blijven heeft ze de kattenbak en het voerbakje opgehaald. Hoe het precies ging, de versie van Toos of die van Hanneli en Jacqueline, blijft onduidelijk.
Toos beschrijft Moortje als een poes die lief en aanhankelijk was, graag op schoot zat en speelde en graag achter iets aan holde. Maar ze had erg veel vlooien en werd bij haar thuis het vlooientheater genoemd.
Moortje takelde af naarmate de oorlog vorderde. Er waren geen middelen meer om de vlooien te bestrijden en de gezondheid van Moortje nam snel af. Halverwege 1944 liet de moeder van Toos Moortje door het asiel ophalen. Dat Moortje daar zou worden afgemaakt was vanzelfsprekend. Moeder liet de kat ophalen toen Toos naar school was, ze wilde haar het afscheid besparen.
Toen Otto Frank terugkeerde uit de kampen kwam hij op bezoek. Er werd hem over het lot van Moortje verteld, hij reageerde met: “Ah, het is wel goed, het is wel goed. Hij had al zoveel weg moeten doen, die poes kon er nog wel bij he…“
Toos herinnert zich dat moment en vond het heel naar. Ze weet niet of hij Moortje had willen meenemen….
Moortje is een van de katten in het boek “Poes in verdrukking en verzet” van de journalist Paul Arnoldussen dat medio april 2013 uitkwam. Uitgave van De Poezenkrant.
bron:
Parool, 16 april 2013.
gepubliceerd:
23 april 2016
laatst bijgewerkt:
25 mei 2023