De binnenterreinen van de bouwblokken hebben soms verrassingen in petto. Zoals op Prinsengracht 263 het Achterhuis van Anne Frank een plaats had, zijn er op meer plaatsen in de stad achterhuizen, koetshuizen en tuinhuizen gebouwd. Een deel ervan hoort tot het Joods cultureel erfgoed.
In 1888 – 1889 werd op de Rapenburgerstraat, naast het meisjesweeshuis op nummer 171, op nummer 169 het pand verbouwd. Dit ter vergroting van het meisjesweeshuis. Een gedenksteen herinnert aan de uitbreiding, en een deel ervan werd betaald uit een legaat van ƒ 10.000,– (nu € 200.000 waard) van Regina Maria Gosschalk, de jongere zus van architect Isaac Gosschalk. Zij overleed in 1883, op 41-jarige leeftijd.
Bij de verbouwing werd het schoolgebouw achter 169 uitgebreid , mogelijk naar ontwerp van Isaac Gosschalk.
Het gebouwtje is opgetrokken uit helderrode stenen met natuurstenen boogstenen met weinig versieringen. Het heeft halfronde bogen op de begane grond en korfbogen op de verdieping, wat voor Gosschalk typerend was.
De zuidgevel van de aanbouw is tegen het oudere schoolgebouw (1881) aangebouwd.
Op de begane grond was het schoollokaal, op de verdieping de slaapzalen. Nu wordt het voorhuis van 169 gebruikt door café-bar Waterlooplein.
laatst bijgewerkt:
23 september 2019