Abraham de Wolff

In 1938 was Abraham de Wolff (Delden, – Sobibor, ) uit Alkmaar 25 jaar godsdienstleraar in die stad. Het Centraal Blad voor Israëlieten deed verslag:

‘1 februari j.l. herdacht de heer A. de Wolff , de dag, dat hij voor 25 jaar zijn ambt als Godsdienstleraar alhier aanvaardde. Des morgens kwam de heer B. Kuyper als oud-Voorzitter der Schoolcommissie, vergezeld van de oud-leerlingen, de heren A. Elzas, E. Prins en H. Frankenberg, den jubilaris bezoeken en de heren Kuyper en Prins voerden het woord en huldigden den heer de Wolff als onderwijzer, die steeds tot tevredenheid van zijn Bestuurders en Inspecteurs werkzaam was. De heer Kuyper sprak van de prettige samenwerking, terwijl de heer Prins met dank herdacht hoe de Godsdienstonderwijzer in de harten van zijn leerlingen liefde tot het Jodendom wist te planten. De heer Kuyper deelde mede, dat door den heer Elzas een oorkonde van perkament zal vervaardigd worden, waarin dit heuglijk feit zal geboekstaafd worden en welke nog zal aangeboden worden.

De heer de Wolff dankte allen en beide sprekers in het bijzonder voor deze treffende hulde. Hierdoor wordt deze dag voor hem en zijn gezin onvergetelijk. De heer Kuyper overhandigde daarna een enveloppe met inhoud. Namens de leerlingen kwam mevr. J. Vlessing—Van der Kop den heer de Wolff een zeer fraai zilveren theeglas overhandigen, met inscriptie, waarbij zij mede namens mevr. J. Drukker-Cohen als ouders der leerlingen een bewijs van sympathie jegens den onderwijzer wilde tonen. De heer De Wolff dankte hartelijk voor dit geschenk, dat voor hem van dubbele betekenis is, daar het van kinderen komt.

De kinderen werden op enige versnapering onthaald. Bloemstukken en fruitmanden werden gezonden door vele gemeenteleden, die van het jubileum vernomen hadden. Des avonds had er in de Consistoriekamer een huldiging plaats door Kerkeraad en Besturen der verschillende corporaties. De Opperrabbijn had in een persoonlijk schrijven aan den jubilaris bericht, wegens ambtsbezigheden verhinderd te zijn en feliciteerde in een uitvoerig schrijven, vergezeld van de beste wensen voor den heer de Wolff en zijn gezin. De Voorzitter, de heer E. S. Hamburger, memoreerde hetgeen de heer de Wolff in 25 jaar voor de gemeente gepresteerd heeft. Hij dankt hem namens de Kerkeraad en biedt hem een enveloppe aan. Hierna voerden verschillende sprekers het woord en wel de heer J. Elzas voor de Vereniging „Gemilath Gésed Weëmeth”, die onder dank voor zijn grote plichtsbetrachting namens het Bestuur een prachtig Tallies ten geschenke aanbood. Daarna de heer B. Vlessing, die het in den heer De Wolff prees, dat hij ook bij de niet-Joodse medeburgers in hoog aanzien stond, hetwelk voor de Joodse gemeenschap van betekenis is. Ook bracht hij hulde aan mevr. de Wolff voor haar trouwe hulp aan haar echtgenoote.

Mevr. A. Hamburger—’Zwaap sprak namens de Vereniging „Legowoud Oelesiféres” en bood een enveloppe aan. Mr. A. Prins sprak als oud-leerling en lid der Schoolcommissie. Hij dankte voor het genoten onderwijs en memoreerde, dat steeds van de zijde der Inspecteurs bevredigende rapporten zijn ingekomen. De heer S. E. Leuw sprak namens het Israëlietisch Armbestuur woorden van waardering voor het vele werk, dat door den heer de Wolff gratis wordt verricht. Als blijk van waardering overhandigde hij een enveloppe.

Het woord was nu aan den heer De Wolff, die de verschillende sprekers beantwoordde. De lof, hem gebracht, bracht hij terug naar G’d, die hem de kracht heeft gegeven zijn ambt uit te oefenen. Voorts bracht hij dank aan zijn echtgenote, die hem in al die lange jaren trouw ter zijde heeft gestaan en zich de sympathie der gemeenteleden wist te verwerven. Wat de uitoefening van de verschillende functies betreft, hij heeft niet anders dan zijn plicht gedaan. Bevordering van de godsdienst, dat was steeds zijn beginsel en daarbij wist hij zich verzekerd van de steun zijner Bestuurders. Deze bijeenkomst heeft hem de overtuiging geschonken, dat zijn werk niet voor niets is geweest. Hij dankt allen mede namens zijn echtgenoote hartelijk voor al deze bewijzen van sympathie en hoopt, indien God hem de kracht daartoe geeft, nog de jaren die hem wachten, te geven in het belang van de Joodse Gemeente Alkmaar. Aan mevr. de Wolff werd een bouquet aangeboden. Hierna sprak nog de bode, de heer Lewijt, zijn bereidwilligheid uit, om steeds in het belang der gemeente te werken’.

Abraham de Wolff woonde met zijn vrouw Bertha Noach (Deventer, – Sobibor, ) op de Hofstraat 11, nabij de synagoge.

Deze pagina was op 11 maart 2021 de 1600ste die aan deze site werd toegevoegd.

bron:
“ALKMAAR. Zilveren Ambtsjubileum van den heer A. de Wolff.”. “Centraal blad voor Israëlieten in Nederland”. Amsterdam, 1938/02/10 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 11-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB19:000580050:mpeg21:p00006

gepubliceerd:
11 maart 2021